Skip to main content

Auteur: Jan Vingerhoets

De Oplossing

Sommige politici zijn eigenlijk net virussen: onvoorspelbaar, veranderlijk, maar vooral: verraderlijk, want ze muteren voortdurend.

In de inleiding op mijn cursus Virologica beschreef ik het al: het heldere denken leek even terug van weggeweest toen premier Rutte in een zeldzaam moment van waarheidsgetrouwheid stelde dat testen zinloos is als je geen klachten hebt. Ik betrap me nog altijd op de naïeve onhebbelijkheid om te denken dat je vertrouwen kunt hebben in een uitspraak van een politicus. Datzelfde gevoel had ik toen de premier zei dat de avondklok echt de allereerste maatregel zou zijn waar een dikke streep doorheen zou gaan. De avondklok die later, nadat een lastige rechter onderuit gehaald en geschoffeerd was, zonder ook maar een zweem van kritische introspectie verlengd en wettelijk verankerd werd. Of, ook zoiets: toen Hugo de Jonge vertelde dat mondkapjes slechts schijnveiligheid bieden. Mondkapjes die later verplicht gesteld werden door diezelfde Hugo, die ondertussen al weer plechtig beloofd had dat er nooit een vaccinatieplicht zou komen. Of toen Rutte in de Toeslagenaffaire…. Ach laat ook maar, deze column mag ook weer niet al te lang worden. De boodschap is duidelijk: deze politici zijn vleesgeworden mutanten en wie ook nog maar een woord van hun uitspraken gelooft is gek: ze zijn even betrouwbaar als een mondkapje.

De donkerste krochten van immoraliteit

Mondkapjesdwang, huisarrest en vaccinverplichting: alles wat er niet zou komen werd verplicht en alles wat zou verdwijnen werd gehandhaafd. De V in de naam van de grootste regeringspartij stond ooit, in lang vervlogen tijden, voor Vrijheid. Maar ook dat bleek een leugen: inmiddels staat ze voor het tegendeel. Inmiddels sluit diezelfde partij elke avond mensen zonder vorm van proces of onderbouwing op in hun huis en worden kinderen met een snotneus onderworpen aan een uiterst onbetrouwbare test, waarna bepleit wordt om hen te injecteren met een experimenteel vaccin. Onder het mom van terugkeer naar de vrijheid tracht men ouders zo te indoctrineren dat zij zelfs hun eigen kinderen hier niet meer tegen beschermen. Langzaam dalen we aan de knekelige hand van onze politici af in de donkerste krochten van de immoraliteit en probeert men ons gelegitimeerde kindermishandeling als het nieuwe normaal te laten accepteren. Met vrijheid of volksgezondheid heeft dit alles natuurlijk niets meer te maken, met dwang en controle des te meer.

Niet zeuren

Dit kaliber politici doet hun uitspraken louter en alleen omdat het hen op dat moment goed uitkomt om iets te beweren en om geen enkele andere reden. De inhoud doet daarbij volstrekt niet ter zake. Komt het een dag later beter uit om het tegendeel te beweren dan is dat helemaal geen probleem. Zonodig wordt ook dat nog ontkend. Dit verklaart glashelder waarom de wetten van de logica niet van toepassing zijn op uitspraken van politici. Zo bekeken is dat dan eigenlijk ook wel weer vanzelfsprekend.

Dus als we straks eerst een verplichte test moeten doen voordat we een winkel of een restaurant mogen betreden, moeten we niet gaan miepen dat we geen klachten hebben en dat de gevraagde test geen zin heeft omdat Rutte dat zei. Want dat zegt niks. Net als die test trouwens. En als ze je straks  een vaccin willen inspuiten waarvan geen mens weet of het zin heeft, werkt of zelfs maar veilig is, ga dan ook niet zitten mokken dat je niet verplicht wilt worden tot een vaccin wat we eigenlijk nog een paar jaar aan het onderzoeken zijn en dat je die resultaten liever even afwacht. Of dat de Jonge beloofd had dat het niet verplicht zou worden. Niet zo zeuren: het zegt allemaal niks.

Mute

Zeíden ze maar niks, die politici.  Laatst droomde ik in een mooie droom dat Rutte en de Jonge zodanig muteerden dat ze een mute knop kregen. Daarmee zou die Haagse variant een stuk minder virulent blijken. Want in het belang des vaderlands zou ik die knop met alle plezier voor de rest van mijn leven permanent ingedrukt houden. Voor de zekerheid nog een driedubbel mondkapje er op en, hop! –  het land is uit de misère.

Blogdo©

Hoe verbeteren wij onze stemming in coronatijd?

Nu de corona-ellende inmiddels meer dan een jaar over ons uitgestort is, nu de regering er in geslaagd is om het gedrag van veel burgers met angst te sturen en we onze vrijheden langzaamaan opgeofferd zien worden,  wordt voor velen de stemming er niet beter op. Het is niet altijd even gemakkelijk om daarmee om te gaan. 

In de spreekkamer kom ik het meer en meer tegen: de mensen die somber zijn, die er geen gat meer in zien. Ondernemers die hun levenswerk zien verdampen, pubers die steeds meer geïsoleerd raken of zich zelfs suïcideren. Ouders van diezelfde pubers die zich steeds machtelozer voelen. Werklozen zonder perspectief, bejaarden die hun laatste dagen in eenzaamheid slijten zonder dat zij daar zelf keuzes in mogen maken omdat normale sociale interactie inmiddels het stempel ‘levensgevaarlijk’ heeft gekregen. Veel meer dan mijn empathisch luisterend oor kan ik hen vaak niet bieden. Of toch wel? 

Meer nog dan voorheen merk ik wat de menselijke verbinding, het authentieke contact, met mensen doet. Want hoewel na zo’n consult vaak zelf het gevoel blijft hangen dat mijn bijdrage nauwelijks van waarde geweest kan zijn, hoor ik achteraf maar al te vaak, soms tot mijn eigen verbazing, dat dit door patienten heel anders wordt ervaren. 

Wat daarbij vermoedelijk helpt is dat ik een standpunt heb in het debat over Corona. Hoewel van artsen doorgaans verwacht wordt dat zij zich in allerlei situaties neutraal opstellen, zijn er uitzonderingen – althans die moeten er volgens mij zijn, en wel daar waar het belang van patienten evident geschonden wordt -ook al zien zij dat zelf niet meteen zo. Daar is het de morele plicht van de arts om uit de comfortabele cocon van de neutraliteit te stappen. Dat kan heel goed zonder in de relatie met de patiënt een mening op te dringen. Mensen kennen mijn houding:  kritisch naar buiten, maar binnen de spreekkamer altijd respectvol naar allen, ongeacht hun standpunten. Want in de spreekkamer gaat het meestal primair over iets anders. En altijd is de mens achter de mening belangrijker dan die mening zelf. En het blijkt aldus het heel goed mogelijk om verbinding te maken, ook al blijf ik een criticus van het beleid. 

Want dat beleid is natuurlijk een belangrijke oorzaak van de sombere stemming. Filosofen, economen, artsen, psychologen en psychiaters: steeds meer staan zij op en wijzen zij op de inhumane effecten van het huidige beleid. Ze zijn steeds moeilijker weg te censureren. Het begint met het volstrekte gemak en de nonchalance waarmee de regering beloftes en uitspraken deed en vervolgens niet alleen schond, maar ook weer glashard ontkende. Met de geëtaleerde minachting voor vrijheid en democratische principes en het totale gebrek aan empathie voor getroffenen zoals ondernemers, bejaarden, jongeren die in een zwart gat gekieperd werden zonder enig perspectief. Met de bijna wrede kilheid waarmee zelfs kinderen worden blootgesteld aan een zinloze testplicht. Met een beleid van uitsluiting dat voor velen horribele herinneringen oproept. 

We zouden het nog kunnen accepteren als het duidelijk zou worden uitgelegd. Maar ook dat werd ons niet gegund: de regeringspartijen stemden tégen het openbaar maken van de RIVM modellen waarop het  beleid gebaseerd is (want ondernemers mogen best uitgeknepen worden tot hun levenswerk met de grond gelijk gemaakt is, maar mogen niet weten wat daarvoor de rechtvaardiging is). 

Zij stemden tégen het onderzoeken van de nevenschade van de maatregelen (want mensen mogen best hun baan kwijt raken, noodzakelijke medische behandelingen mislopen en kinderen worden dan wel mishandeld worden, maar we brengen nu eenmaal allemaal onze offers: zolang het maar niet in kaart gebracht of bekend gemaakt wordt kraait er immers geen haan naar). Ook  stemden zij tégen het onderzoeken van sterfte  na vaccinatie (want goed, mensen mogen dan na vaccinatie sterven, maar hun nabestaanden mogen niet weten of er een verband was met die prik). En uiteraard stemden zij ook tégen het openbaar maken van belangenverstrengeling bij adviseurs van de regering (want mensen mogen best belazerd worden, maar ze mogen niet weten in wiens belang dat nu eigenlijk gebeurde) . 

Dat alles is niet goed voor de stemming in het land. Mensen worden alsmaar somberder en dus komen ze op het spreekuur om hulp en raad. Natuurlijk: daar zijn allerlei pilletjes en poeders voor maar dat lijkt in veel gevallen toch niet de beste oplossing. Nee, ik heb een ander recept. 

Daarvoor hebben we geen antidepressiva nodig, maar alleen onze eigen wijsheid. Werp eerst de angst af, want alle gedragsmanipulatie is daarop gebaseerd. Werp samen met die angst de oogkleppen af, kijk dan om je heen en zie wat jou en anderen overkomt en nog staat te gebeuren. Laat het  niet over je heen komen, maar kom er zelf overheen nu het nog kan. Door eerst jezelf te ontmaskeren en daarna de waanzin van dit beleid. Laat anderen niet voor je kiezen, maar maak je eigen keuze. Alleen samen kunnen wij de stemming verbeteren.  En wel op 17 maart. 

Blogdo©

Hoe ook het recht op demonstreren verdween

De avondklok is enkele avonden oud. Het is een dramatische maatregel met een grote lading. De WHO gaf al aan dat een lockdown geen zinvolle maatregel was en een verzwaarde bijna totale lockdown in de rustigste uren is dat natuurlijk al helemaal niet. 

Inmiddels breken overal in het land protesten uit tegen deze maatregel. Wat in het nieuws komt zijn vooral berichten van plunderingen, geweld en brandstichting. Gebouwen, auto’s en winkels worden vernield, acties die natuurlijk  alleen maar kunnen worden afgekeurd.  Wat in het nieuws echter nagenoeg ontbreekt is duiding en perspectief. Wie plegen het geweld? En wie komen er alleen om gebruik te maken van hun recht op demonstratie? Zijn die groepen over een kam te scheren? Wat is hun verhaal en hun context? Welke framing vindt hier plaats, welke rol hebben de media en wat is de psychologie van de berichtgeving? Dit alles lijkt eenvoudiger dan het is. 

De demonstranten, waarvan de grote meerderheid vreedzaam is en niets van rellen moet hebben, vertegenwoordigen alle leeftijdscategorieën: van bejaarden en ouders met kinderen tot jongeren.  Dat mensen en vooral jongeren protesteren is logisch en invoelbaar. Velen van hen worden in de kern van hun wezen geraakt. Zij vormen niet alleen de toekomst van onze maatschappij, maar zijn ook degenen die keer op keer hobbels op de weg naar hun eigen toekomst te verwerken krijgen. Hoge studieschulden door een systeem waarvan zelfs de initiatiefnemers inmiddels toegeven dat het gefaald heeft, vormen een grote financiële en mentale belasting voor velen, die vaak ook nog eens hun vaak bijbaan, vaak een kleine maar belangrijke inkomstenbron, verloren. Het kopen van een woning ligt voor de meesten van de jongeren al langer buiten bereik. De staatsschuld die enorm oploopt door de ongebreidelde steun zal voor het grootste deel op hun schouders terecht komen. Jonge ondernemers zien hun toekomstplannen aan gruzelementen gaan. Sociale interactie, bij jongeren een vitaal onderdeel van het leven, een absolute voorwaarde voor hun welzijn en cruciaal in hun ontwikkeling, is nagenoeg onmogelijk geworden. Jeugd en jongeren behoren tot de grootste slachtoffers van deze crisis. Politiek en media gaan volstrekt voorbij aan de onderliggende dynamiek van frustratie, onmacht, verwaarlozing en perspectiefloosheid. Dat juist jongeren zich tot het uiterste gepest en getergd voelen mag dan ook beslist geen verbazing wekken –  het feit dat de meesten van hen toch nog vreedzaam protesteren en hun zelfbeheersing behouden getuigt daarentegen van een behoorlijke portie zelfbeheersing. Wie vreedzaam demonstreert, verdient ons aller respect.

Maar de rellen dan en het geweld? Helaas trekken dit soort demonstraties ook altijd foute lieden aan die een heel andere agenda hebben en alleen maar uit zijn op confrontaties. En helaas zijn het juist die mensen die de aandacht krijgen in de media, want met het verslaan van geweld verkoop je nu eenmaal meer kranten dan met genuanceerder berichtgeving over mensen die een vreedzaam protest laten horen. En hier ontstaat een vicieuze cirkel. Door het geweld zo’n groot podium te bieden, worden de oproerkraaiers op hun wenken bediend, en wel door diezelfde media. Wat is er voor hen nu mooier dan de voorpagina’s van de kranten te halen en prominent in het nieuws te komen met geweld en brandstichting? Voor relschopppers is media-aandacht een directe beloning voor hun ongewenst gedrag en een aanmoediging om door te gaan. Dit leidt tot een zichzelf versterkend proces, naast een totaal verkeerde framing van de grote groep integere demonstranten. Een groot deel van het publiek doorziet niet hoe zij om de tuin geleid wordt en tuint daarentegen massaal in deze manipulatie van de beeldvorming.

Het zijn beproefde psychologische trucs: belicht vooral de plunderaars, laat de vreedzame meerderheid van de oprecht bezorgde mensen naar de achtergrond verdwijnen en hop! – heel Nederland gaat los op iedereen die het nog waagt om te protesteren tegen de zinloze vrijheidsbeperking van de avondklok. En zo wordt iedereen die vanuit oprechte bezorgdheid demonstreert tegen een totaal onnodige maatregel over een kam geschoren met de relschoppers. Het is een psychologische verdwijntruc die opvallend veel gelijkenis vertoont met het corona-debat: wie het waagt om kritische vragen te stellen wordt zonder veel discussie onmiddellijk  ingedeeld in het complot kamp. Helaas zijn er nog te weinig mensen die inzien dat zij op zich deze manier laten gebruiken volgens het aloude verdeel-en-heers principe waarmee ook de oude Romeinen hele volkeren onderworpen hielden. 

Het journaille zou er ten eerste goed aan doen om hier eens heel kritisch  naar zichzelf en haar escalerende rol te kijken, een eigenschap die het laatste jaar nagenoeg teloor gegaan is. Het veelgehoorde argument dat de journalist slechts moet registreren en niet oordelen, is werkelijk een gotspe. Hiermee reduceert de verslaggever zichzelf  tot een domme doorgever van wat er gebeurt zonder zich enige rekenschap te geven van zijn of haar maatschappelijke verantwoordelijkheid. Maar het is de keuze van de journalist en de redactie hoe men het perspectief schetst. Wie met dit soort zelfreducerende argumenten wegloopt van deze verantwoordelijkheid is moet zich diep schamen en kan als journalist eenvoudigweg niet  serieus genomen worden. 

Ten tweede is mij vanuit kringen binnen de politie bekend dat er ook binnen het politiekorps verschil van mening bestaat over de rol die de politie hier speelt. De politie heeft als taak om op te treden tegen geweld en wetsovertredingen, maar ook het beschermen van mensen die gebruik maken van hun recht op demonstratie behoort tot haar verantwoordelijkheid. Men zou zich veel duidelijker, ook naar buiten toe, rekenschap moeten geven van het  onderscheid tussen deze twee groepen, de vreedzame demonstranten aan de ene kant en de relschoppers aan de andere kant. Men zou afstand moeten nemen van de framing waarin groepen die geheel niets met elkaar te maken hebben domweg in hetzelfde hokje gestopt worden.  In het maatschappelijke debat zijn er slechts enkele journalisten, wetenschappers, artsen en politici die de guts hebben om op te komen tegen de onrechtmatigheden die thans over de Nederlandse bevolking worden uitgestrooid. Kritische politiefunctionarissen worden hierbij nog nauwelijks gehoord. Maar ook daar zijn velen het niet eens met wat er thans gebeurt, die in gewetensproblemen komen omdat zij geweldloze betogers, ouders met kinderen en mensen op leeftijd, sommigen met bloemen in de hand, met knuppels en waterkannonen te lijf moeten. Ook -of liever: juist- binnen de politieorganisatie moeten er mensen zijn met het lef om tegen de gangbare mening in naar buiten te treden. Zeker, het zal hen lastig gemaakt worden zoals dat heden ten dage gebeurt met eenieder die het  waagt om kritisch te zijn. Maar we hebben nu wel behoefte aan helden die opkomen voor rechtvaardigheid, die niet toestaan dat vrijheid en democratie worden opgeofferd in een kunstmatig gecreëerde collectieve angst en die weigeren om vreedzaamheid met geweld uiteen te slaan. Meer dan ooit hebben we behoefte aan mensen die opkomen voor een wereld waarin wij maar meer nog: onze kinderen in vrijheid en onderling respect kunnen leven. Mensen die niet later willen zeggen dat ze het allemaal niet geweten hadden. Eens, maar nooit weer. 

Blogdo©

Overheidsadviezen voetbal treffen doel

De lockdown is gisteren uitgebreid met een avondklok. Dat is uiteraard geen enkel probleem, want er is een overweldigend aanbod van kwalitatief goede programma´s op de Nederandse televisie. Met name voetbalwedstrijden bieden een hoog niveau van ontspanning en wie de juiste abonnementen aan elkaar knoopt, kan 24 uur per dag genieten van de louterende aanblik van zwetende mannen die als een dolle achter een opgeblazen stuk leer aan rennen om het daarna weer snel weg te schoppen. 

Maar deze tijd vraagt wel om extra maatregelen: is meedoen aan een potje voetbal op zichzelf al een aanslag op je gezondheid, het samen naar een wedstrijd kijken is zo mogelijk nog veel gevaarlijker. Gelukkig heeft de overheid het goed met onze gezondheid voor en geeft zij praktische handvatten. Hoe kijk je veilig naar een voetbalwedstrijd? Hoe juich je coronaproof?  Een ijverige ambtenaar die kennelijk nadrukkelijk naar een rode kaart solliciteerde heeft van ons belastinggeld een paar dagen op de richtlijnen zitten zwoegen. 

Gisteren keek ik met een stel vrienden  naar de wedstrijd van de Grey Boys veteranen tegen ZwartWit 8. Voor de gelegenheid hadden we opa  ook uitgenodigd. Dat was al onze eerste overtreding, maar die werd door de scheids door de vingers gezien, want de arme man was al een jaar niet het huis uit geweest. Overigens speelden de Grey Boys van links naar rechts.

Ik schonk wat drankjes in: een spa rood en een  blikje bier voor de gasten. Opa nam natuurlijk een glaasje jonge klare en zelf schonk ik een wijntje in. Uit voorzorg namen we de regels van de overheid erbij, want je wilt natuurlijk geen enkel risico lopen als je voor de TV zit. 

  1. Markeer de glazen zodat je niet uit het verkeerde glas drinkt. 

Goed idee. Ik zocht een markeerstift, poetste die grondig af met ontsmettingsdoekjes en om verwarring te voorkomen zette ieder zijn initialen op zijn glas of blikje. Opa Piet zette een J op zijn borrelglaasje, wat verwarrend was, vooral omdat die eigenlijk meer weg had van het cijfer 3. “Van Jenever!” riep hij triomfantelijk. Vooruit, duidelijker werd het er niet op, maar het was te onthouden; voor ons in elk geval beter dan voor opa zelf, dus de kans op vergissingen was te overzien en bovendien hielden we wel van een beetje risico. 

  1. Geef ieder een eigen bakje voor chips

Tuurlijk, dat we daar zelf niet op gekomen waren! Okee, we hadden geen chips in huis want de pinda’s waren in de aanbieding, maar wij denken creatief en al stond het er niet bij, we bedachten dat deze regel in principe ook toepasbaar zou zijn op diverse soorten nootjes.  Allemaal graaien in hetzelfde bakje is natuurlijk vragen om problemen: dan kon je opa net zo goed meteen afvoeren naar de overvolle IC. Nee, wij wisten wel beter. De oude man zou zomaar kunnen stikken in een pinda. Veiligheid voor alles, dus we gaven hem zijn eigen bakje en prakten voor de zekerheid zijn pinda’s fijn. 

  1. Stel een tribune op met 1,5 meter tussen de zitplaatsen. 

Heel goed. Nou is ons appartementje niet zo heel  breed, zodat we eerst de grote servieskast moesten leegruimen en naar de keuken moesten verslepen. Die was zwaar, maar onder het zware gehijg en gepuf van 4 buurtgenoten lukte dat uiteindelijk toch. En zo zaten we even later in onze eigen VIP lounge: ons kon niks gebeuren! 

  1. Bij een doelpunt kun je springen en dansen op je plek, zonder te schreeuwen. Gebruik zonodig een ratel voor het gewenste geluid.

Dat leek ons een strak plan. Toen het eerste doelpunt viel, sprongen we allen zwijgzaam op, waarbij opa het geluidloosheidsgebod vergat en luidkeels juichend niet alleen zijn mondkapje verloor, maar ook zijn gebit en daarbij een fontein van geprakte pinda’s over ons heen sproeide. 

Ik had echter een ander overheidsadvies gelezen (‘Hoe om te gaan met een hardhorende opa’) en gaf hem een notitieblok met een pen, zodat hij bij het volgende doelpunt  ‘HOERA!’ kon schrijven en daarmee stilzwijgend kon zwaaien met als bijkomend voordeel dat hij dan ook zijn pindaprak binnen zou kunnen houden. 

Het tweede doelpunt kwam al snel en opa begon enthousiast te schrijven. Helaas deed de pen het niet. In paniek rende ik naar de studeerkamer, ontsmette snel de deurklink en pakte een andere pen. De anderen stonden ondertussen luid te ratelen en te stampvoeten, waarbij opa, die al langere tijd wat wankel op de benen stond en tot onze irritatie vaak zijn oefeningen vergat, mee wilde doen maar daarbij uitgleed over zijn zojuist verloren mondkapje en jammerlijk zijn linker heup brak.

Door alle lawaai waren inmiddels de buren naar buiten komen rennen om te zien  wat er in godsnaam aan de hand was. Geïrriteerd over zoveel herrie hadden ze nog maar net de kliklijn gebeld toen ze zelf door een toevallig passerende BOA werden aangehouden wegens overtreding van de avondklok. Door de aldus ontstane vechtpartij, het opstootje en de brandstichting voor ons huis misten wij helaas de overige 17 goals van Grijswit, waaronder de acht schoten in eigen doel van de linksback en raakten wij bovendien het overzicht over de pindabakjes kwijt, waarvan er tot overmaat van ramp een onder opa terecht gekomen was zodat we er slechts met de grootste moeite bij konden. Wat erg jammer was, want ze waren lekker gekruid. 

Even later belde de politie aan, want 3 mensen op de tribune en ook nog eentje kermend op de grond was natuurlijk een flinke overtreding van de Coronawet. Schuldbewust legden we allen wat geld op tafel voor de boete. 

Als verzetsdaad stak ik er op een onbewaakt moment stiekem een niet-ontsmet tientje tussen. Dat zou ze leren. 

Blogdo©

Scènes uit de spreekkamer

De opheffing van het medisch beroepsgeheim

Als huisarts heb ik, net als alle andere dokters, een eed gezworen.  Die houdt in dat je nooit schade doet aan de patiënt. Dat je bij twijfel terughoudend bent en dat je je patiënt altijd eerlijk moet voorlichten. Maar in deze tijd is alles ineens anders en inmiddels heb ik begrepen dat dokters zich niet meer aan die eed hoeven te houden.  Wel, dat maakt het leven een stuk gemakkelijker, want ik neem aan dat dan het beroepsgeheim ook komt te vervallen. Want eerlijk is eerlijk: ook een dokter wil zijn verhaal wel eens kwijt. Vandaar dus deze ontboezeming. Het ligt wat gevoelig, dus hou het maar even onder ons. Ga er eens goed voor zitten, want daar gaan we. 

Een van mijn patiënten is een zekere Mark. Om de privacy toch nog een beetje te beschermen, zal ik zijn achternaam niet noemen. Naar het schijnt heeft hij een vrij hoge functie in het kabinet. Hij heeft het blijkbaar maar druk mee, maar soms bezoekt hij zijn huisarts en vraagt hij om advies. Vorige week kwam hij bij me langs. Dat ging ongeveer zo. 

-‘Goedemorgen, Mark! Hoe gaat het met je?’ 

-‘Nou, best goed hoor. Geen centje pijn eigenlijk. Lekker wat vergaderen, beetje rondbellen in mijn torentje,  nu en dan zorgelijk in de camera kijken. Ik zit lekker in mijn rol.’

-Mooi. Maar geen echte zorgen begrijp ik?’

-’Nee joh! Prognoses zijn goed: wat er ook gebeurt,  ik zit gebeiteld, vaste job voor mij!  Ben gelukkig geen ondernemer hè, haha.  Nee, ik vermaak me opperbest!’ Zo ken ik hem. Altijd opgewekt en zorgeloos die kerel. Gelijk heeft ie. 

-’Mooi Mark, dat klinkt zeer positief.’ Ik kom ter zake. ‘Wat brengt je hierheen?’  

-’Nou, ik moet over een paar dagen  weer een persconferentie houden. En daar maak ik me dan wel weer wat zorgen over’. 

-O? Vertel!’’ 

-’Nou ja, weet je’, begint hij. ‘De cijfers gaan naar beneden, het aantal besmettingen daalt. Dat moeten we natuurlijk niet hebben’.Ik kijk hem begripvol aan. ‘Nee, snap ik’ (Regel 1: laat merken dat je de patiënt volgt, ook al snap je er geen sikkepit van. Hij praat dan vanzelf verder en wellicht komt er dan duidelijkheid) 

-Hij gaat verder. ‘Tot nu toe lukte het vrij gemakkelijk om de angst er in te houden, maar met die dalende besmettingen dreigen de mensen zelf te gaan nadenken. Wat moet ik in godsnaam zeggen tijdens die persconferentie?’ Ik zie enige wanhoop in zijn ogen. De stakker.

-’Hmm, lastig ja’. Ik knik begrijpend (Regel 2: reageer invoelend, knik instemmend, ook als je je afvraagt waar dit in godsnaam heen gaat. Dan maak je contact op gevoelsniveau) . Je bent bang dat de mensen straks minder bang worden?’

-’Ja, daar ben ik heel bang voor. Daar moet ik iets op bedenken’.

-’Ok Mark, ik snap je dilemma. Heb je zelf  al een idee hoe je het wilt aanpakken?’ (Regel 3: ga eerst na of de patiënt zelf al een oplossingsrichting bedacht heeft, vooral als het een absurd dilemma betreft)

-’Nou ja, ik doe het volgens het vaste schema van de persconferentie’. 

-’O, op die fiets. En hoe ziet dat er uit?’

-’Wel, dat gaat als volgt:

1. ik heb helaas slecht nieuws voor u,  

2. het doet me veel pijn om dit te vertellen  (hij geeft me een veelbetekenende knipoog)   

3. het gaat helemaal niet goed,  

4. de situatie is eigenlijk zelfs heel erg zorgelijk…’

-’Ok, klinkt goed! Je bouwt het slechte nieuws dus geleidelijk op?’

-’Ja, net als de aanzwellende muziek in een scene van een spannende film. De mensen voelen dan vanzelf wel dat het spannend wordt.’

-’Slim zeg. Wat ben je toch een bijdehandje, Mark’ 

-’Ja, dat werkt tot nu toe heel goed. Dan ga ik altijd zo verder: 

5. het ligt allemaal aan ‘de mensen’, want ze houden zich niet aan de regels…’

-’Geweldig! Dus je begint met alle verantwoordelijkheid van je af te gooien, hoppa, alle schuld naar het volk toe. Geniaal man.’

-’Haha, goed hè? En let op, dan komt de uitsmijter. Hij kijkt triomfantelijk en vervolgt: 

6. dus moeten we ondernemers nog wat verder afknijpen, vrijheden nog wat verder inperken en de maatregelen met minstens enkele weken verlengen’   Tadaaa!’

-’Wow!’

-’Mooi toch? Bam, pak aan! Eigen schuld allemaal! Stelletje lapzwansen. Luisteren zullen ze, als makke schapen!  Ik ben al een heel eind op weg, maar het is niet genoeg.’

-’Woehaha, Mark! Je bent geweldig! Alle schuld bij de mensen. En je denkt dat ze er massaal in gaan tuinen?’

-’Absoluut. Laat dat maar aan mij over. Als je ze maar bang maakt en bang houdt! Maar nu heb ik een probleem, want het aantal besmettingen daalt als een gek. Dat is funest voor de angst. Mensen lezen nu dat de maatregelen 10x zoveel levens kosten als ze sparen. Dat soort informatie zit natuurlijk verschrikkelijk in de weg. Ik wil niet weer zo’n gedoe als met die Toeslagenaffaire!’

-’Toeslagenaffaire?’ Ik kijk hem vragend aan. Ik had er wel iets van gehoord. Iets met aftreden en zo, maar ineens hoorde je daar niks meer van, dus was ik het al weer vergeten. 

-’Ja. die stomme commissie die zei dat onze maatregelen een totale miskleun en een ramp voor de slachtoffers waren. Dat we totaal fout zaten en we ten onrechte de schuld bij de mensen gelegd hadden. Wat moet ik anders? Ik kan moeilijk gaan toegeven dat ik er wéér naast zit’. 

-’O dat ja, Snap ik. Tja, wat zou je daar aan kunnen doen hè?’ (Regel 4: kom niet meteen zelf met een oplossing. Stimuleer de patiënt om zelf mee te denken).

-’Geen idee, daarom  kom ik bij jou. Jij bent dokter, ik niet’ (Regel 4 werkt niet altijd even goed)

-’Hmm, even nadenken. Wacht eens: kun je niet iets bedenken wat ineens veel meer angst aanjaagt? Zodat mensen denken van: o ja, ik was die lockdown eigenlijk helemaal zat, maar nu snap ik wel dat het niet anders kan? Zodat je weer van voren af aan kunt beginnen?’

-’Dat heb ik nodig ja. Maar wat zou dat moeten zijn? Er moet iets veranderen, want door die angst doen ze alles wat ik wil’. 

De telefoon onderbreekt ons gesprek. De assistente belt: de gegevens van een andere patiënt zijn gewijzigd, ze vraagt of ze de mutatie mag doorvoeren.  En terwijl ik haar te woord sta over die mutatie, zie ik Marks gezicht ineens opklaren, alsof hij ineens een ingeving gekregen heeft. Met een opgetogen gezicht staat hij op. Een joviale boks – en weg is hij. 

Enkele dagen later kijk ik naar de persconferentie. Ik zie hoe Mark, met een bezorgd persconferentiegezicht, net als voorheen punt 1 tot en met 6 opleest. En dan hoor ik dat er een nieuwe variant is opgedoken. De angst slaat toe als nooit tevoren.

Vlak voor ik ga slapen krijg ik een SMS van Mark. ‘Het werkt! Goed hè?’

Blogdo©

Meld je aan om niets te missen

Mijn blogs verschijnen voorlopig nog op Linked in maar worden steeds sneller verwijderd. Wil je op de hoogte blijven als er nieuwe blogs verschijnen en ze hier teruglezen? Meld je dan aan en ik zorg dat je een bericht krijgt.