Skip to main content

Tag: ivermectine

De Wet van de Medemenselijkheid, deel 3: de rechtszaak

Afgelopen donderdag was het dan eindelijk zover. Bijna 2 jaar nadat de brief van de inspectie op de mat viel stond ik voor maar liefst 3 rechters en een jurist van het ministerie. Voor mijn gevoel ging het goed.

Allereerst en vooral: dat laatste is mede te danken aan de enorme support die ik op allerlei manieren heb ondervonden. Heel, heel veel dank aan allen die mij zo massaal steunden. De waarde daarvan kan nauwelijks overschat worden! 

Hieronder geef ik een korte samenvatting van de rechtszitting. Tevens leest u hier de tekst van mijn verweerschrift. We zagen hoe dat indruk maakte op de rechters. Wie het verweer leest kan naar mijn idee niet anders concluderen dan dat hier -opnieuw- vrijspraak moet volgen.

Wat vooraf ging is te lezen in deel 1 en deel 2 van De Wet van de Medemenselijkheid, waarin ik beschreef hoe ál te rigide regels een behandeling vanuit medemenselijkheid in de weg kunnen zitten. 

Echt moeilijk werd het me niet gemaakt. Inmiddels heb ik ervaren dat dat ook bijna niet anders kan als je vanuit je geweten handelt en spreekt. Mijn opponent was een  jonge jurist die daar zat namens de minister. Hij had het moeilijk, raakte regelmatig verstrikt in de vragen van de rechter en leek eigenlijk zelf niet zo te geloven in zijn opdracht. Ik zag hem stuntelen – en voelde mededogen.  De mens zien in je opponent: ook dat is medemenselijkheid.

Ter verdediging heb ik een verweerschrift geschreven, dat niet op film mocht worden vastgelegd, maar hieronder te lezen is. Na voorlezing daarvan was het muisstil in de zaal en we zagen ook dat de boodschap goed binnen kwam bij de rechters. Uitspraak 6 weken na de zittingsdatum, dus naar verwachting in de eerste helft van juni.


Verweerschrift huisarts Jan Vingerhoets voor de Meervoudige Kamer
van de rechtbank in Breda, 25 april 2024

“Geachte rechters,

Ik zou mijn betoog willen beginnen met de volgende vraag aan u: 

Wat voor dokter zou u zelf aan uw bed willen als u zelf ziek was? Iemand die in u vooral een juridisch risico ziet, die strikt de regeltjes volgt en die u, uit angst voor boetes en gedoe, desnoods letterlijk laat stikken? 

Of liever een echte, menselijke dokter, die u in de eerste plaats ziet als mens in nood en vanuit medemenselijkheid alles op alles zet om u te helpen?

We praten hier over de exacte interpretatie van een wetsartikel. Over juridisch gesteggel op de vierkante nanometer. Maar misschien zou het eens wat meer moeten gaan over ethiek, over compassie, over medemenselijkheid. 

Ik sta hier voor de rechtbank omdat ik mij bij een aantal voorschriften voor ivermectine niet zou hebben gehouden aan de richtlijnen.  Richtlijnen zijn lijnen waarlangs men zijn beleid kan richten. Het zijn geen rode lijnen die onder geen enkele omstandigheid overschreden mogen worden. 

Juist daarom heeft de Hoge Raad al jaren geleden  geoordeeld dat een arts zo nodig van de richtlijnen mag en soms zelfs moet afwijken als hij dat in een specifiek geval in het belang van de patiënt acht. 

Regels onnadenkend toepassen houdt in dat je je eigen verantwoordelijkheid inruilt voor handelen gericht op een standaard situatie. Maar als ik een patiënt behandel, dan zie ik geen standaard patiënt, maar  een uniek mens. 

De inspectie verwijt mij dat ik in een aantal gevallen het middel ivermectine off label heb voorgeschreven.  

Gesuggereerd wordt dat dit ongebruikelijk is, maar niets is minder waar: de realiteit is dat maar liefst de helft van de in Nederland voorgeschreven recepten off label medicatie betreft, zoals de minister zelf in antwoord op Kamervragen heeft toegegeven. 

Ik noem bijvoorbeeld het middel quetiapine, dat zeer veelvuldig als slaapmiddel wordt voorgeschreven maar ernstige bijwerkingen kan hebben en de richtlijnen wordt afgeraden. 

Ik noem ook het middel remdesivir, waarmee mensen met COVID 19 wel mochten worden behandeld. Het was  een nieuw middel waarmee geen ervaring was en dat risico’s met zich meebracht. Op de dag dat de WHO in haar rapport het gebruik van dit middel expliciet afraadde, reageerden ambtenaren bij WVS, en ik citeer: “het is aan de arts om te bepalen hoe medicijnen worden gebruikt”.

Dat is wel heel wrang, want dat is precies wat wij als aangeklaagde artsen deden. 

Als voorbeeld van off label voorschriften mogen de corona vaccins niet onvermeld blijven, waarvan de EMA schriftelijk bevestigde dat zij niet zijn geregistreerd voor het voorkómen van besmetting. Toch werden ze, nota bene door de toenmalige minister, gepromoot met de slogan ‘je doet het voor een ander’.

 ‘Follow the science’ werd ons voorgehouden. Maar hier werd de wetenschap niet gevolgd, maar juist met voeten getreden. Want de minister wist heel goed dat hij loog zoals expliciet bleek uit een mail van 9 december 2020 die via WOO verzoeken openbaar geworden is. 

Als iemand zich hier voor de  rechtbank zou moeten verantwoorden dan zou het een liegende minister moeten zijn, en niet een groep integere artsen die geen enkel  ander doel hadden dan hun patiënten te helpen. Het is de wereld op zijn kop. 

En wat te denken van het middel Ozempic, geregistreerd voor diabetes, maar off label voorgeschreven voor gewichtsreductie op een zodanig grote schaal dat er een tekort ontstond voor diabetespatienten. Voor dit middel wordt zelfs onverholen publieksreclame gemaakt. Nooit trad de Inspectie op tegen het off label gebruik van deze middelen of van welk ander middel dan ook. Maar bij het onschuldige ivermectine stond zij ineens op haar achterste benen. Dat is medisch gezien volstrekt niet uit te leggen. 

Met rechtszekerheid of rechtsgelijkheid heeft dit alles natuurlijk niets, maar dan ook niets te maken. En ik vraag u: Is dit recht? Nee, natuurlijk niet, dit is zo krom als een hoepel. 

Edelachtbare rechters,  de voorbeelden die ik zojuist noemde betreffen stuk voor stuk off label gebruik en in het geval van de prikken betreft het zelfs off label gebruik dat van overheidswege met aan dwang grenzende drang is gepromoot en opgedrongen. Onze minister suggereerde zelfs dat je zonder vaccin geen recht had op een IC bed, want de zorg stond onder druk. 

Ondertussen werden integere dokters beboet, artsen die de zorg juist ontlastten en die IC opnames voorkwamen. Die geen ander doel nastreefden dan hun patienten te helpen met middelen waarvan het veiligheidsprofiel volstrekt niet ter discussie staat. 

De inspectie heeft ons het hemd van het lijf gevraagd – maar één vraag werd nooit gesteld en dat is de vraag: “hoe ging het nu eigenlijk met de patiënten die jullie hebben behandeld?”

Daarvoor heeft de inspectie tot op de dag van vandaag geen enkele belangstelling getoond, maar ik geef u toch het antwoord: al onze patiënten zijn genezen. 

En toch sta ik hier terecht. Waarom? Omdat ik mijn morele kompas niet te grabbel wenste te gooien. De artsen die dit dit deden handelden niet uit eigenbelang. Nee, juist wij waren degenen die het écht “voor een ander’ deden. 

Ik sta terecht voor het gebruik van een middel dat door de WHO is betiteld als een van de veiligste geneesmiddelen ter wereld. Een middel waarmee een enorme ervaring is van miljarden doses over een periode van tientallen jaren.

We wisten dát het werkte, we wisten zelfs hóe het werkte – en dat het veilig was. Wie een arts zonder inhoudelijke reden verbiedt om een dergelijk middel aan zijn zieke patiënt te geven vraagt van die dokter echt het onmogelijke. 

Door het handelen van de inspectie werd ik dan ook  geplaatst in een conflict van plichten: zou ik de wet volgen, dan liet ik de zieke in de steek. Zou ik de zieke helpen, dan dreigde vervolging. Maar ik heb een eed afgelegd en dat is bepaald geen loze belofte geweest. Als ik gedwongen word om te kiezen, dan kies ik voor het belang van de patiënt. 

Dokters die het waagden om voor hun patiënt te kiezen werden in het openbaar als kwakzalvers afgeschilderd door politici die hiermee een ultiem brevet van onbenul  afgaven.  

Wat is er toch in de politiek gevaren? 

Welnu, daar wil ik wel iets over zeggen. Recent is een rapport uitgebracht over het functioneren van de overheid in de afgelopen decennia. Onderzocht werd hoe vele jaren lang omgegaan werd met goedbedoelende mensen van wie op vaak zeer dubieuze gronden werd vermoed dat ze regels hadden overtreden. Het vernietigende rapport droeg een treffende titel: ’Blind voor mens en recht’. Het zal je maar gezegd worden. 

Dit rapport schetst een verbijsterend beeld van een overheid die elk gevoel van menselijkheid verloren is. Het ergste is,  zo stelt de commissie, dat zij niet lijkt te leren. 

Ik citeer: “het kan zo weer gebeuren”. 

Waarvan acte. Het gebeurt weer, en wel hier en nu. We zijn er op dit moment getuige van. Ditmaal worden integere artsen bewust geslachtofferd. Het is meer dan duidelijk dat de minister, en met hem de Inspectie die zich kritiekloos liet aansturen, ook hier blind was voor mens en recht.  

Het gaat hier om artsen die ondanks alle druk, hun verantwoordelijkheid niet inruilden voor rigide en onnadenkend handelen. Artsen die in tegenstelling tot de overheid níet blind waren voor de mens achter de patiënt. Van een arts mag niet, mag nooit verwacht worden dat hij zijn patiënt in de steek laat. Wij deden dan ook het enige wat een arts onder die omstandigheden kon doen: wij hielpen onze patiënten.

Nooit zullen weten hoeveel mensen onnodig zijn gestorven door de niet onderbouwde dreigingen van de minister, maar ik vrees dat het er velen zijn. Na de vorige zitting kreeg ik duizenden kaarten en brieven met steunbetuigingen. Daaronder ook een van een moeder van een nog jonge man die zijn leven in dienst van het land had gesteld en COVID 19 kreeg. Hij had heel graag een behandeling met ivermectine willen hebben maar het werd hem geweigerd. Hij heeft het helaas niet overleefd.

Zijn moeder stuurde mij een hartverscheurende brief waarin zij schrijft en ik citeer: “Ik heb wanhopig geprobeerd om het middel voorgeschreven te krijgen maar er was geen arts die het aandurfde uit angst voor de inspectie. Had ik toen maar geweten dat ik via u ivermectine had kunnen krijgen. Misschien had mijn kind dan nu nog geleefd“. 

Deze moeder is hier in de zaal aanwezig.

Wat het effect geweest zou zijn weten we niet. Maar dat haar zoon de kans niet eens kreeg om deze veilige behandeling te proberen is wat mij betreft onvergeeflijk. 

Ziedaar wat de inspectie teweeg gebracht heeft met deze volstrekt niet onderbouwde actie. 

En ik vraag u tot slot nogmaals:  

Wat voor dokter zou u aan uw bed willen als u zelf ernstig ziek was? Een arts die u uit angst en lafheid liever letterlijk laat stikken dan buiten de lijntjes te kleuren? 

Of een echte menselijke dokter, die vanuit zijn professionaliteit en medemenselijkheid alles op alles zet om u te helpen?

Geachte rechters, ik behoor tot de laatste categorie. Ik heb gehandeld uit oprechte compassie, zonder enig ander motief. Daar sta ik nog steeds volledig achter – en wel met een loepzuiver geweten. 

Als de wet zó onduidelijk is dat zelfs rechtsgeleerden daarover van mening verschillen, dan ben ik er snel uit: ik kies voor het belang van mijn patiënt. 

Dan geldt voor mij de Wet van de Medemenselijkheid. 

Een boete zou begrijpelijk zijn als ik een patiënt in steek gelaten zou hebben. Dat is precies wat de Inspectie van mij vroeg: om mijn patiënten een mogelijk effectieve behandeling te onthouden. Maar gezien de goede effecten van dit middel kon ik dat onmogelijk verantwoorden. 

Als uw rechtbank toch van mening is mij te moeten beboeten omdat ik mijn geweten volgde en mijn patiënten geholpen heb zoals elke dokter dat zou moeten doen dan zeg ik u, vrij naar een een befaamd theoloog: 

“Hier sta ik. Ik kan niet anders”

Dank voor uw aandacht.  “

Wilt u een directe link naar een pagina met alleen de tekst van het verweer? Klik dan hier.

De Wet van de Medemenselijkheid, deel 2

Anders dan de overheid waren wij niet blind voor mens of recht.

Anderhalf jaar geleden beschreef ik in De Wet van de Medemenselijkheid, deel 1 hoe ál te rigide regels een behandeling vanuit medemenselijkheid in de weg kunnen zitten.

De toenmalige minister voor (of was hij nou tegen?) Volksgezondheid ontstak in woede toen hij bemerkte dat er dokters waren die menselijke zorg boven de regels stelden. Hij gaf de Inspectie opdracht om hen zo hard mogelijk aan te pakken, want regels zijn regels, en ‘bevel is bevel’, luidde zo ongeveer zijn vertaling.

Ironisch genoeg  verscheen recent een onderzoeksrapport waarin het handelen van de overheid bij een vermeende overtreding van regels in de laatste decennia op genadeloze wijze werd gefileerd. Het rapport had de treffende titel ‘Blind voor mens en recht’.

Duidelijker en treffender kon een contrast tussen het ideaal van medemenselijkheid en de realiteit van het overheidshandelen haast niet verwoord worden.

Een overheid die jarenlang structureel blind is geweest voor mens en recht zou  na zo’n vernietigend rapport natuurlijk maar één ding kunnen doen. Zij zou met het diepe schaamrood op de wangen als de wiedeweerga een Wet van Medemenselijkheid moeten aannemen en zich vervolgens in al haar blinde voltalligheid met pek, veren en gezwinde spoed uit de voeten moeten maken om nooit weder te keren. Volgens mij was dat ook zo’n beetje de boodschap van de laatste verkiezingsuitslag – maar goed, dat is een onderwerp voor een andere column.

Het eerste deel van het stuk over medemenselijkheid ging over de rechtszaak die een aantal artsen, waaronder mijzelf, werd aangedaan omdat wij weigerden te buigen voor de immense druk van de inspectie, welke zich kritiekloos had laten misbruiken door de minister. Daarvoor is zij inmiddels door de rechter stevig op de vingers getikt. Het -onwettige-  doel van de inspectie was, zoals het vonnis zo treffend beschrijft, om ‘lastige’ artsen tot de orde te roepen. Dat laatste wil tot dusver niet zo vlotten, want een groepje dokters houdt hardnekkig vast aan de eed. En dat past kennelijk niet zo goed in de agenda die de minister in zijn hoofd had. Het kan zo eens tegen zitten.

Inmiddels zijn de eerste twee van deze groep artsen vrijgesproken. De boetes zijn vernietigd en de minister moet proceskosten betalen. Nou ja, eigenlijk moeten u en ik die betalen, want hiervoor wordt gewoon in de belastingpot gegraaid, net zoals dat gebeurt met de enorme boetes die de overheid opgelegd kreeg wegens het achterhouden van informatie na WOO verzoeken. De rechterlijke macht wordt door de overheid selectief ingezet: ‘lastige’ artsen die hun patiënten naar beste inzicht willen helpen krijgen een stevige boete, maar zelf negeert de overheid onwelgevallige  vonnissen.

Onwelgevallige artsen worden vervolgd en stevig beboet: onwelgevallige vonnissen daarentegen worden genegeerd: voor  de boetes die dit de overheid zelf oplevert laat zij de burgers opdraaien. Leuker kan de overheid het helaas niet maken, makkelijker wel.

Voor zichzelf dan, wel te verstaan.

Inmiddels zijn de eerste lastige dokters dus vrijgesproken en oordeelde de rechter dat niet die dokters fout zaten, maar de inspectie, die zich liet misbruiken als de verlengde arm van een wraakzuchtige minister. De uitspraken bieden hoop voor de artsen wier zaken nog moeten voorkomen.  Want de argumenten die tot vrijspraak leidden, gelden uiteraard voor ons. Welnu: aan het eind van deze maand word ik bij de rechtbank verwacht. Wat staat me te wachten?

De aanklacht gaat over het voorschrijven van een van de meest veilige middelen die we kennen. Het middel, waarmee we enorm veel ervaring hebben,  was niet geregistreerd voor COVID. Dat heet off label en dat gebeurt heel vaak. Bijvoorbeeld met vaccins, waarmee we nauwelijks ervaring hadden en die niet geregistreerd waren voor het voorkomen van overdracht  – maar die daarvoor wel werden aangeprezen (lees: opgedrongen. Dat was dus ook off label. Maar goed, dat mocht dan weer wel, dus ik raad u aan om niet te proberen hier ook maar enige logica in te zien).

De zaak zal behandeld worden door de Meervoudige Kamer: maar liefst 3 rechters gaan zich buigen over de vraag of ik de wet heb overtreden door dit off label voorschrijven.

U leest het goed: kennelijk vinden deze ervaren juristen de vraag dermate ingewikkeld dat ze zich er met zijn drieën over moeten buigen. Ze mogen er zelfs 12 weken over nadenken alvorens het vonnis gewezen hoeft te worden. Samen hebben ze dus maar liefst 36 weken bedenktijd.

Dat doet de wenkbrauwen toch even fronsen. Want als drie ervaren rechters zo ontzettend lang moeten nadenken over de vraag hoe de wet moet worden uitgelegd, hoe kan dan van een eenvoudige dokter, midden in een pandemie met zijn poten in de modder, verwacht worden dat hij die wet ter plekke binnen een kwartiertje op de juiste wijze interpreteert?

Ik geef u het antwoord: die dokter zit daar op de rand van het ziekbed echt niet met een 24-delige uitgave van het Wetboek op schoot. Welnee, die dokter praat met de patiënt, legt een hand op diens arm, leeft mee, denkt mee en kiest in samenspraak met de patiënt voor de behandeling die op dat moment, voor die patiënt, het beste lijkt. Hij zíet de patiënt en is, in schril contrast tot de overheid, niet blind voor diens nood. Medemenselijkheid noemen we zoiets. Ooit van gehoord, overheid?

Wie is er eigenlijk benadeeld door deze behandeling? Helemaal niemand, behalve dan vermoedelijk de vaccinproducent. Het zal me niet verbazen als Pfizer nog een claim bij ons gaat indienen wegens gederfde inkomsten.

Over drie weken zal ik aan die drie rechters gaan uitleggen wat het betekent als je de Wet van de Medemenselijkheid in de praktijk brengt. En dat het wel lijkt te gaan om off label recepten, maar dat de inspectie zich in werkelijkheid heeft laten misbruiken voor een heel ander doel. Zo dadelijk pak ik de pen ter hand en ga ik mijn verweer schrijven. Ik zal er een heel duidelijk stuk van maken, en dit verhaal wordt vervolgd. Net als ik.

Blogdoⓒ

Dankwoord

Lieve mensen, 

De rechtszaak van 19 oktober jongstleden heeft enorm veel aandacht gekregen. Dat gaat nog even door maar leidde al heel snel tot een werkelijk ongekende tsunami van steun uit binnen-en buitenland.

Graag wil ik mijn grote dank uitspreken voor de overrompelende hoeveelheid reacties die ik heb gekregen. Ze waren zonder uitzondering positief, en dat is toch wel uniek in deze tijd waarin een ‘verkeerde’ mening vaak al heel snel een stempel krijgt.

Aanvankelijk dacht ik alles gewoon in stilte te laten verlopen, maar het liep een beetje anders. Uiteindelijk is dat ook beter, want enorm veel mensen blijken zich gesterkt en zelfs geïnspireerd te voelen. 

De onophoudelijke stroom kaarten met vaak warme, lieve steunende en ontroerende teksten heeft me enorm geraakt. Het zijn er zoveel dat het helaas onmogelijk is om eenieder persoonlijk te bedanken. Die massale waardering draag ik graag op aan de dappere dokters, apothekers en medewerkers die samen met mij pal bleven staan voor de Wet van de Medemenselijkheid. De meesten moeten de gang naar de rechter binnenkort gaan maken.

Helaas heb ik geen toegang meer tot LinkedIn en niet iedereen leest mijn blogs. Daarom stel ik het erg op prijs als je dit bericht wilt delen, in de hoop dat het terecht komt bij de mensen die de moeite namen om zo massaal kaarten te sturen.

Ik kan niet genoeg benadrukken hoe zeer dit gevoeld en gewaardeerd wordt. Het geeft aan dat dit leeft en dat we moeten doorgaan. Binnenkort zal ik dan ook het vervolg beschrijven in deel 2 van het blog ‘de Wet van de Medemenselijkheid”.

Een dankbare en warme groet,

Jan Vingerhoets 

De Wet van de Medemenselijkheid – deel 1

Dit blog is het eerste van een serie. 

Naar aanleiding van de enorme aandacht die mijn rechtszaak van 19 oktober jongstleden heeft gekregen en de overweldigende en ontroerende hoeveelheid steunbetuigingen die ik daarna ontving heb ik besloten het verhaal van deze rechtszaak en de verdere gang van zaken in een serie blogs te beschrijven. Nadat ik van LinkedIn ben verwijderd omdat ik aldaar in een blog mijn zorgen uitte over de mij opgedragen taak inzake het opnieuw oproepen van mensen voor corona prikken, heb ik alleen nog dit blog om mijn visie te delen en bij te dragen aan een mooiere wereld . Het delen van dit blog met belangstellenden mag dan ook uiteraard: graag zelfs, u helpt mij hiermee.  

De inzet in deze zaak is veel principiëler dan de vraag of ivermectine nu wel of niet bewezen werkzaam is tegen COVID-9. . Het gaat hier om de vraag wat er nu eigenlijk belangrijker is: de patiënt.of de regeltjes en protocollen. Een protocol kan onmogelijk rekening houden met de gehele mens. De arts die daarmee rekening wil houden, mag (en moet in mijn visie soms zelfs) afwijken van het protocol uit compassie met de patiënt..

Ik dank iedereen die mij steunde en steunt. Ik voel mij door de vele warme reacties enorm gesteund om door te gaan.. 

Wat vooraf ging. 

Het is eind 2021 als ergens in het land een patiënt zijn recept afgeeft bij de balie van apotheker Verraeth*.  De apotheker opent het dossier en ziet dat er een Verschrikkelijke Gebeurtenis heeft plaatsgevonden: de patiënt heeft van een arts namelijk een recept gekregen voor ivermectine. Verraeth herinnert zich ineens dat de Inspectie had gezegd dat artsen die zo’n recept maken, moesten worden verklikt bij de inspecteur. Waarom, dat wist de apotheker eigenlijk zelf ook niet, ‘maar bevel is bevel’, zo was zijn enige gedachte, want waarom zou je verder nadenken als de inspectie gewoon zegt wat je moet doen? Nergens goed voor en bovendien erg vermoeiend. Glimmend van trots belt hij de Inspectie. Opgewonden vertelt hij over de geconstateerde Verschrikkelijke Gebeurtenis.  Zo begon het.

En zo ook kon het gebeuren dat enige tijd later een delegatie van de Inspectie –tadaaa!- een heuse inval deed bij een apotheek elders in het land als ware zij een eigentijdse inquisitie.

Laten we die laatste apotheek voor het gemak even Apotheek de Hoop noemen. De heer de Hoop was een dappere collega van apotheker Verraeth. De Hoop had namelijk het lef gehad om ivermectine aan patiënten te leveren en dat was natuurlijk meer dan verschrikkelijk, want oké,, dat was dan wel een veilig middel, maar het mocht niet. Waarom niet? Nou ja, gewoon, omdat het verboden was natuurlijk. Verder wist de inquisiteur het ook allemaal niet, jeetje, zeg, doe niet zo moeilijk. Gewoon, bevel is bevel en dat geldt natuurlijk voor iedereen die geen gedoe wil. 

De dappere apotheker werd verplicht om de recepten te overhandigen met daarop de namen van de artsen en ziedaar: de inspectie had een bende zware criminelen in het vizier. De jacht was geopend.

De zaak

Op woensdag 19 oktober vond de rechtszaak plaats waarbij ik mij heb verdedigd tegen het opleggen van een boete door de Inspectie. Deze boete van 3000 euro was mij opgelegd omdat ik aan een aantal patiënten met COVID-19 ivermectine heb voorgeschreven. Een verslag hierover op de onafhankelijke journalistieke site Indepen.nl werd massaal gedeeld en leidde tot vele honderden reacties van over de gehele wereld: het leeft kennelijk enorm. Maar waar gaat het eigenlijk allemaal over? 

Kort gezegd luidt de aanklacht dat ik ivermectine heb ingezet voor een indicatie waarvoor het niet officieel is geregistreerd. Dat heet off-label voorschrijven en dat heb ik inderdaad gedaan. Off label voorschrijven is zeer gangbaar en vindt dagelijks plaats. Vrijwel iedere praktiserend arts doet het en vaak gaat het daarbij om middelen die minder veilig zijn dan ivermectine. Het gebeurt al vele jaren, het gebeurt vrijwel dagelijks en iedereen weet dat. Ook de inspectie. Nooit heeft iemand de inspectie er op kunnen betrappen dat zij zich daar zorgen om maakte. Nog nooit is er een boete voor gegeven, zelfs geen waarschuwing.

Toch vaardigde de inspectie in 2021 plots een waarschuwing uit aan artsen: als je ivermectine voorschrijft voor COVID-19 dan kun je tot wel 150.000 euro boete krijgen. Anderhalve ton. Ja, men maakte het zelfs nog bonter: de inspectie riep apothekers zelfs op om artsen aan te geven die ivermectine-recepten uitschreven. Je leest het goed: de IGJ riep hulpverleners op om artsen die hun patiënten willen helpen te verraden. Ik wist werkelijk niet wat ik hoorde. Was dit Noord-Korea? De oude DDR? Was dit Nederland in haar donkerste tijden?

Het gekke is: off-label voorschrijven is wettelijk gewoon toegestaan, als je maar voldoet aan een aantal voorwaarden: je moet de patiënt goed informeren over het feit dat het gebruik off-label is, je moet overleggen met een groep collega’s en met een apotheker, er moet een protocol voor zijn en je moet nagaan hoe de behandeling verloopt. Dat alles heb ik gedaan. Met een speciaal daarvoor gevormde groep artsen gebruikten wij protocollen opgesteld door een internationale groep experts uit Amerika. In goed overleg hadden wij die samen met een apotheker aangepast aan de Nederlandse situatie. 

De inspectie echter stelt dat die groep collega’s volgens de wet geen beroepsgroep is. Maar: in de wet staat helemaal niet beschreven wat dan wel onder een beroepsgroep wordt verstaan. In de Dikke van Dale staat het wel: een groep mensen met hetzelfde of een aanverwant beroep. We bestonden uit artsen en apothekers.

De inspectie stelt ook dat de protocollen niet geldig zijn. In een tijd waarin artsen de wereld over reizen om van elkaars ervaringen te leren en er nota bene een mondiaal probleem is, mogen wij kennelijk onze patiënten niet laten profiteren van ervaringen die elders in de wereld zijn opgedaan. We hebben een protocol uit ons eigen kikkerlandje en daar moet de arts zich als een robot aan houden.

Toch heeft de Hoge Raad in het verleden een interessante uitspraak gedaan: in een specifieke situatie moet de arts altijd een eigen professionele afweging maken. En: daarbij mag hij, ja moet hij soms van de protocollen afwijken als dat in het belang van de patiënt is . Kort gezegd: de patiënt gaat boven het protocol. En dat is precies het principe dat ik in deze gevallen gehanteerd heb. Een principe dat de IGJ kennelijk nog niet helemaal heeft begrepen. 

De misdaad

Wat er gebeurd is, is dat ik (en met mij een groep van een kleine 20 andere artsen) in een klein aantal gevallen ivermectine heb voorgeschreven. Dat gebeurde in alle gevallen op verzoek van de patiënt zelf. Veel mensen wilden bijvoorbeeld per se niet opgenomen worden, bijvoorbeeld omdat ze niet in isolatie en zonder hun naasten verpleegd wilden worden. De meeste patiënten herstelden spontaan, maar sommigen werden zieker. Enkelen lieten zich toch opnemen, anderen weigerden. En een aantal  daarvan had het gevoel dat ivermectine  hun redding kon zijn. 

Juli 2022. Op de deurmat tref ik een brief aan van de inspectie. Ze hebben een overtreding geconstateerd en gaan er meteen vol in. Geen waarschuwing maar meteen een boete. Als bijlage tref ik een stapel papieren in met heel veel vragen. Was het recept inderdaad van u? Was het inderdaad voor COVID-19 voorgeschreven? U wist toch zeker wel dat daar boetes op stonden? Te midden van de tientallen vragen was er echter één vraag die niet gesteld werd terwijl die, wat mij betreft, de belangrijkste vraag van allemaal had moeten zijn. En dat was de vraag: “Hoe is het nu eigenlijk met uw patiënten?”. Ze waren allemaal genezen. Maar dat deel van het verhaal echter leek de inspectie niet te interesseren…

Een document dat hier relevant is, is de verklaring van Helsinki 1 waarin beschreven staat aan welke ethische principe artsen zich dienen te houden bij het gebruik van middelen waarvan het effect niet, of nog niet,  is bewezen.  Hier lezen we dat de arts off-label middelen mag voorschrijven als er geen bewezen alternatief medicament voorhanden is. Laat dat nou precies hetgeen zijn wat er aan de hand was! Maar wellicht heeft de Inspectie nog nooit kennisgenomen van deze verklaring, dat zou natuurlijk heel goed kunnen.

Mijn advocaat vertelde me dat ik ervoor kon kiezen om de boete te betalen. Dan was het klaar. Het alternatief was: bezwaar maken en naar de rechter gaan. Ik hoefde niet na te denken en koos voor het laatste. Want ik had naar mijn volstrekte overtuiging niets misdaan.  Integendeel: ik had naar eer en geweten gehandeld, had de wet waar mogelijk gevolgd en daar waar ik die in strijd achtte met mijn plicht als arts, koos ik voor mijn professionele plicht. Ik had zieke mensen die niet naar het ziekenhuis wilden en ivermectine als hun redding zagen, op hun uitdrukkelijk verzoek geholpen. De vraag of ivermectine bewezen werkzaam was en of ik dat ook vond, was daarbij een stuk minder interessant:  daar gaat deze kwestie dan ook niet over. Belangrijker was voor mij de vraag of ik hiermee de patiënt onevenredig zou kunnen schaden, want dat raakt aan een basisprincipe van ons handelen. Het antwoord wist ik eigenlijk al: ivermectine is een van de meest veilige middelen die we kennen. Die eigenschap werd zelfs met name genoemd toen de ontdekker ervan in 2015 de Nobelprijs voor geneeskunde werd toegekend. Ik checkte het nog met een apotheker en met een expert op dit gebied, een voormalig hoofdmedewerker van nota bene het Lareb. Hij gaf me gelijk. 

Een week of wat geleden begon de IGJ met haar campagne. Triomfantelijk meldde ze in haar persbericht dat 16 artsen beboet werden voor het voorschrijven van verboden geneesmiddelen. Het bericht suggereerde dat we hier te maken hadden met een stel gevaarlijke warhoofden die slonzig in elkaar gedraaide verboden pillen verkocht aan nietsvermoedende patiënten. Desinformatie van overheidswege – en niet voor het eerst.

Want de waarheid was dat wij, op basis van op de Nederlandse situatie aangepaste internationale protocollen, in overleg met een groep artsen, in overleg met een apotheker, officieel toegelaten geneesmiddelen voorschreven aan patiënten die daar zelf om verzochten en die dit verzoek herhaalden nadat ze door ons uitgebreid schriftelijk waren geïnformeerd, ook over het off-label karakter bij deze indicatie. Bovendien deed ik dat pro deo: van geen enkele patiënt is ook maar enige  betaling of andere tegenprestatie gevraagd of ontvangen.

De visie

Vaak horen we van critici dat we die recepten niet hadden moeten schrijven. We wisten toch dat het niet mocht? Sommigen laten ons weten dat ze zich er eens goed in verdiept hebben en concluderen dat ivermectine niet helpt. Maar wie zo redeneert, mist de de essentie en begrijpt niet waar het hier echt om gaat.  Het gaat namelijk niet om het dispuut of ivermectine nou wel of niet helpt. Onderzoeken lopen nog dus dat weet ik namelijk ook niet met zekerheid. 

Wie in de boeken duikt en vervolgens concludeert dat het medicijn weinig doet op COVID-19, baseert zich op de ratio, op bibliotheekwijsheid en evidence. Dat is een belangrijk onderdeel. Maar het wel een onderdeel. En mij gaat het om de gehele mens.

Ook ik ben ook opgeleid met ‘evidence based medicine’, de stroming die streeft naar ‘geneeskunde op basis van wetenschappelijk bewijs’. Waar mogelijk pas ik behandelingen toe waarvan het effect en de veiligheid vast staan. Dat ons dat in de geneeskunde vaker niet dan wel lukt, is voor veel dokters lastig toe te geven. Er zijn echter moderne en originele denkers die stellen dat we hierin doorschieten. Professor Mattias Desmet, psycholoog en statisticus, houdt zich bezig met effectiviteit van onderzoek en stelt dat we de wetenschap zodanig hebben omarmd dat ze het debat verstikt2. Het is niet de bedoeling dat u er kennis van neemt: ook zijn visies worden heftig gecensureerd.

Hoogleraar wiskunde en statistiek Ronald Meester, een expert die onderzoek doet op het gebied van wiskunde en levensbeschouwing,  wetenschapper pur sang, waagde het om enkele heilige huisjes ter discussie te stellen in zijn lezenswaardige boek  ‘Wetenschap als nieuwe religie’. Stof die schuurt voor wie graag vasthoudt aan wat er is, interessant voor wie het lef en de vrijheid van denken heeft om verder te kijken en zo tot breder inzicht te komen 3.  

Deze wetenschappers raken een belangrijk punt. De puur wetenschappelijke manier van benaderen is in onze maatschappij heilig verklaard, maar heeft ook beperkingen. Want er is meer tussen arts en patiënt. En dat laatste ervaar je meer en meer als je vele jaren gewerkt hebt en vele duizenden patiënten hebt behandeld. Zelf ben ik meer een man van het directe contact, meer voor de spreekkamer en het ziekbed dan voor de bibliotheek. En dan kun je een situatie tegenkomen zoals deze.

Een oudere patiënte krijgt corona. Ik zie haar niet vaak en ken haar al langer als een eigenzinnige en daarom ook interessante dame die niets moet hebben van zorg en pillen. Terwijl  ik op de rand van haar bed zit, legt ze haar hand op mijn arm en vraagt ze me om te beloven dat ze hoe dan ook niet naar het ziekenhuis hoeft. Ik vertel haar dat ik niet kan beloven dat ik dat nooit zal voorstellen, maar ze uiteindelijk altijd zelf beslist en dat ik een weloverwogen beslissing zal respecteren.

Als ze in de dagen erna zieker wordt praten we hier uitgebreid over, maar ze blijft bij haar standpunt. Ze is nog niet toe aan opname, maar we zien dat punt wel naderen. Dan komt de dochter met de vraag of moeder niet een kans mag krijgen om met ivermectine behandeld te worden. Ze heeft gehoord dat dat zou kunnen helpen. Wat heeft ze te verliezen? Moeder blijft stellig: ze gaat niet naar het ziekenhuis. Dan gaat ze nog liever thuis in haar eigen bed dood. En ik weet dat het menens is: deze vrouw weet wat ze wil en blijft daarbij. 

We spreken uitgebreid over het middel. Ik vertel haar eerlijk dat ook ik niet zeker weet of het werkt. Dat het off-label is en de inspectie er ineens erg moeilijk over doet, al kan ik medisch gezien niet uitleggen waarom. Maar moeder wil echt onder geen beding naar het ziekenhuis. De dochter is er van overtuigd dat haar moeder met ivermectine geholpen zou kunnen worden en smeekt me bijna om haar die kans te geven. Ik weet dat de dochter, als deze dame zou overlijden, altijd het gevoel zal hebben dat haar moeders dood voorkomen had kunnen worden. Of dat waar is, is op dat moment niet meer belangrijk: ik ga het gewoon niet laten gebeuren en regel het recept.  

Dit zijn situaties uit de praktijk. Ze roepen de vraag op wat er nu belangrijker is: het protocol en de regeltjes, zoals de IGJ bepleit,  of de mens achter de patiënt? Voor mij is het helder. Ik probeer mij aan de regels te houden als het kan, maar zal daar van afwijken als dat in het belang van de patiënt moet. Hierbij voel ik me gesteund door voornoemde uitspraak van de Hoge Raad.

Tegen de collega´s die zeggen dat ze diep in de literatuur gedoken zijn en daarna geconcludeerd hebben dat het effect van ivermectine  onbewezen is zeg ik: je hebt niet begrepen waar het om gaat. Wat hier gebeurt leer je niet als je medicijnen studeert. Hier gaat het om geneeskunde, maar eigenlijk zelfs over de overtreffende trap ervan. En dat is geneeskunst. Het is het afwegen van alle belangen van de patiënt, van de hele mens, met zijn of haar verleden, omgeving, angsten, overtuigingen, hoop, geloof, met een eigen karakter en persoonlijkheid. Als je dat gaat zien, dan wordt het contact mooi, dan ontstaat er emotie,  je gaat mee- en invoelen. Er groeit verbinding met de mens die daar in het ziekbed ligt, iets dat in de buurt komt van een echt en oprécht geven om de ander. Daar, gezeten naast de zieke, aan de rand van dat bed, wint het begrip ‘naast-en-liefde’ het met overmacht van het regeltjes-fetisjisme van de inspectie

En weet je: dan is het effect maar niet bewezen, ook goed. Want als ik dan de opluchting zie bij de patiënt en haar dochter, dan is er voor mij namelijk iets veel mooiers bewezen. Dan zie ik dat ik betekenis heb gehad voor deze kwetsbare mens, op een cruciaal moment dat voor haar zo wezenlijk is. Deze mens, die zich in al haar kwetsbaarheid  overgeleverd voelde aan mijn beslissing. Die (terecht of onterecht, maar dat doet op dat moment helemaal niet meer ter zake!) in elk geval het gevoel had dat de laatste kans op redding afhing van de vraag of ik wilde meewerken. Dan voel ik een diepe overtuiging dat dit goed was. En dan is het misschien niet ‘evidence based’ en mag een inspecteur vanachter zijn bureau vinden dat ik de wet overtreden heb: het zij zo, want dan kies ik even voor mijn hoogste wet: de Wet van de Medemenselijkheid. Dat is de enige manier waarop evidence based medicine voor mij kan werken.

Misschien moesten we er maar eens eens een flinke scheut ‘human based medicine’ doorheen gooien. Want geloof me, daar worden niet alleen wij, maar ook onze patiënten pas écht beter van.  

Blogdo©

        * de namen in deze column zijn gefingeerd

  1. https://www.wma.net/policies-post/wma-declaration-of-helsinki-ethical-principles-for-medical-researchinvolving-human-subjects/
  2. https://www.youtube.com/watch?v=sQNJ8XV4NpQ
  3. Prof. dr. R. Meester: Wetenschap als nieuwe religie. Hoe Corona de spirituele schaarste in onze samenleving blootlegde. Ten Have uitgevers, EAN 9789025910884

  • 1
  • 2

Meld je aan om niets te missen

Mijn blogs verschijnen voorlopig nog op Linked in maar worden steeds sneller verwijderd. Wil je op de hoogte blijven als er nieuwe blogs verschijnen en ze hier teruglezen? Meld je dan aan en ik zorg dat je een bericht krijgt.