Skip to main content

De Wet van de Medemenselijkheid, deel 3: de rechtszaak

Geschreven door Blogdoc

Afgelopen donderdag was het dan eindelijk zover. Bijna 2 jaar nadat de brief van de inspectie op de mat viel stond ik voor maar liefst 3 rechters en een jurist van het ministerie. Voor mijn gevoel ging het goed.

Allereerst en vooral: dat laatste is mede te danken aan de enorme support die ik op allerlei manieren heb ondervonden. Heel, heel veel dank aan allen die mij zo massaal steunden. De waarde daarvan kan nauwelijks overschat worden! 

Hieronder geef ik een korte samenvatting van de rechtszitting. Tevens leest u hier de tekst van mijn verweerschrift. We zagen hoe dat indruk maakte op de rechters. Wie het verweer leest kan naar mijn idee niet anders concluderen dan dat hier -opnieuw- vrijspraak moet volgen.

Wat vooraf ging is te lezen in deel 1 en deel 2 van De Wet van de Medemenselijkheid, waarin ik beschreef hoe ál te rigide regels een behandeling vanuit medemenselijkheid in de weg kunnen zitten. 

Echt moeilijk werd het me niet gemaakt. Inmiddels heb ik ervaren dat dat ook bijna niet anders kan als je vanuit je geweten handelt en spreekt. Mijn opponent was een  jonge jurist die daar zat namens de minister. Hij had het moeilijk, raakte regelmatig verstrikt in de vragen van de rechter en leek eigenlijk zelf niet zo te geloven in zijn opdracht. Ik zag hem stuntelen – en voelde mededogen.  De mens zien in je opponent: ook dat is medemenselijkheid.

Ter verdediging heb ik een verweerschrift geschreven, dat niet op film mocht worden vastgelegd, maar hieronder te lezen is. Na voorlezing daarvan was het muisstil in de zaal en we zagen ook dat de boodschap goed binnen kwam bij de rechters. Uitspraak 6 weken na de zittingsdatum, dus naar verwachting in de eerste helft van juni.


Verweerschrift huisarts Jan Vingerhoets voor de Meervoudige Kamer
van de rechtbank in Breda, 25 april 2024

“Geachte rechters,

Ik zou mijn betoog willen beginnen met de volgende vraag aan u: 

Wat voor dokter zou u zelf aan uw bed willen als u zelf ziek was? Iemand die in u vooral een juridisch risico ziet, die strikt de regeltjes volgt en die u, uit angst voor boetes en gedoe, desnoods letterlijk laat stikken? 

Of liever een echte, menselijke dokter, die u in de eerste plaats ziet als mens in nood en vanuit medemenselijkheid alles op alles zet om u te helpen?

We praten hier over de exacte interpretatie van een wetsartikel. Over juridisch gesteggel op de vierkante nanometer. Maar misschien zou het eens wat meer moeten gaan over ethiek, over compassie, over medemenselijkheid. 

Ik sta hier voor de rechtbank omdat ik mij bij een aantal voorschriften voor ivermectine niet zou hebben gehouden aan de richtlijnen.  Richtlijnen zijn lijnen waarlangs men zijn beleid kan richten. Het zijn geen rode lijnen die onder geen enkele omstandigheid overschreden mogen worden. 

Juist daarom heeft de Hoge Raad al jaren geleden  geoordeeld dat een arts zo nodig van de richtlijnen mag en soms zelfs moet afwijken als hij dat in een specifiek geval in het belang van de patiënt acht. 

Regels onnadenkend toepassen houdt in dat je je eigen verantwoordelijkheid inruilt voor handelen gericht op een standaard situatie. Maar als ik een patiënt behandel, dan zie ik geen standaard patiënt, maar  een uniek mens. 

De inspectie verwijt mij dat ik in een aantal gevallen het middel ivermectine off label heb voorgeschreven.  

Gesuggereerd wordt dat dit ongebruikelijk is, maar niets is minder waar: de realiteit is dat maar liefst de helft van de in Nederland voorgeschreven recepten off label medicatie betreft, zoals de minister zelf in antwoord op Kamervragen heeft toegegeven. 

Ik noem bijvoorbeeld het middel quetiapine, dat zeer veelvuldig als slaapmiddel wordt voorgeschreven maar ernstige bijwerkingen kan hebben en de richtlijnen wordt afgeraden. 

Ik noem ook het middel remdesivir, waarmee mensen met COVID 19 wel mochten worden behandeld. Het was  een nieuw middel waarmee geen ervaring was en dat risico’s met zich meebracht. Op de dag dat de WHO in haar rapport het gebruik van dit middel expliciet afraadde, reageerden ambtenaren bij WVS, en ik citeer: “het is aan de arts om te bepalen hoe medicijnen worden gebruikt”.

Dat is wel heel wrang, want dat is precies wat wij als aangeklaagde artsen deden. 

Als voorbeeld van off label voorschriften mogen de corona vaccins niet onvermeld blijven, waarvan de EMA schriftelijk bevestigde dat zij niet zijn geregistreerd voor het voorkómen van besmetting. Toch werden ze, nota bene door de toenmalige minister, gepromoot met de slogan ‘je doet het voor een ander’.

 ‘Follow the science’ werd ons voorgehouden. Maar hier werd de wetenschap niet gevolgd, maar juist met voeten getreden. Want de minister wist heel goed dat hij loog zoals expliciet bleek uit een mail van 9 december 2020 die via WOO verzoeken openbaar geworden is. 

Als iemand zich hier voor de  rechtbank zou moeten verantwoorden dan zou het een liegende minister moeten zijn, en niet een groep integere artsen die geen enkel  ander doel hadden dan hun patiënten te helpen. Het is de wereld op zijn kop. 

En wat te denken van het middel Ozempic, geregistreerd voor diabetes, maar off label voorgeschreven voor gewichtsreductie op een zodanig grote schaal dat er een tekort ontstond voor diabetespatienten. Voor dit middel wordt zelfs onverholen publieksreclame gemaakt. Nooit trad de Inspectie op tegen het off label gebruik van deze middelen of van welk ander middel dan ook. Maar bij het onschuldige ivermectine stond zij ineens op haar achterste benen. Dat is medisch gezien volstrekt niet uit te leggen. 

Met rechtszekerheid of rechtsgelijkheid heeft dit alles natuurlijk niets, maar dan ook niets te maken. En ik vraag u: Is dit recht? Nee, natuurlijk niet, dit is zo krom als een hoepel. 

Edelachtbare rechters,  de voorbeelden die ik zojuist noemde betreffen stuk voor stuk off label gebruik en in het geval van de prikken betreft het zelfs off label gebruik dat van overheidswege met aan dwang grenzende drang is gepromoot en opgedrongen. Onze minister suggereerde zelfs dat je zonder vaccin geen recht had op een IC bed, want de zorg stond onder druk. 

Ondertussen werden integere dokters beboet, artsen die de zorg juist ontlastten en die IC opnames voorkwamen. Die geen ander doel nastreefden dan hun patienten te helpen met middelen waarvan het veiligheidsprofiel volstrekt niet ter discussie staat. 

De inspectie heeft ons het hemd van het lijf gevraagd – maar één vraag werd nooit gesteld en dat is de vraag: “hoe ging het nu eigenlijk met de patiënten die jullie hebben behandeld?”

Daarvoor heeft de inspectie tot op de dag van vandaag geen enkele belangstelling getoond, maar ik geef u toch het antwoord: al onze patiënten zijn genezen. 

En toch sta ik hier terecht. Waarom? Omdat ik mijn morele kompas niet te grabbel wenste te gooien. De artsen die dit dit deden handelden niet uit eigenbelang. Nee, juist wij waren degenen die het écht “voor een ander’ deden. 

Ik sta terecht voor het gebruik van een middel dat door de WHO is betiteld als een van de veiligste geneesmiddelen ter wereld. Een middel waarmee een enorme ervaring is van miljarden doses over een periode van tientallen jaren.

We wisten dát het werkte, we wisten zelfs hóe het werkte – en dat het veilig was. Wie een arts zonder inhoudelijke reden verbiedt om een dergelijk middel aan zijn zieke patiënt te geven vraagt van die dokter echt het onmogelijke. 

Door het handelen van de inspectie werd ik dan ook  geplaatst in een conflict van plichten: zou ik de wet volgen, dan liet ik de zieke in de steek. Zou ik de zieke helpen, dan dreigde vervolging. Maar ik heb een eed afgelegd en dat is bepaald geen loze belofte geweest. Als ik gedwongen word om te kiezen, dan kies ik voor het belang van de patiënt. 

Dokters die het waagden om voor hun patiënt te kiezen werden in het openbaar als kwakzalvers afgeschilderd door politici die hiermee een ultiem brevet van onbenul  afgaven.  

Wat is er toch in de politiek gevaren? 

Welnu, daar wil ik wel iets over zeggen. Recent is een rapport uitgebracht over het functioneren van de overheid in de afgelopen decennia. Onderzocht werd hoe vele jaren lang omgegaan werd met goedbedoelende mensen van wie op vaak zeer dubieuze gronden werd vermoed dat ze regels hadden overtreden. Het vernietigende rapport droeg een treffende titel: ’Blind voor mens en recht’. Het zal je maar gezegd worden. 

Dit rapport schetst een verbijsterend beeld van een overheid die elk gevoel van menselijkheid verloren is. Het ergste is,  zo stelt de commissie, dat zij niet lijkt te leren. 

Ik citeer: “het kan zo weer gebeuren”. 

Waarvan acte. Het gebeurt weer, en wel hier en nu. We zijn er op dit moment getuige van. Ditmaal worden integere artsen bewust geslachtofferd. Het is meer dan duidelijk dat de minister, en met hem de Inspectie die zich kritiekloos liet aansturen, ook hier blind was voor mens en recht.  

Het gaat hier om artsen die ondanks alle druk, hun verantwoordelijkheid niet inruilden voor rigide en onnadenkend handelen. Artsen die in tegenstelling tot de overheid níet blind waren voor de mens achter de patiënt. Van een arts mag niet, mag nooit verwacht worden dat hij zijn patiënt in de steek laat. Wij deden dan ook het enige wat een arts onder die omstandigheden kon doen: wij hielpen onze patiënten.

Nooit zullen weten hoeveel mensen onnodig zijn gestorven door de niet onderbouwde dreigingen van de minister, maar ik vrees dat het er velen zijn. Na de vorige zitting kreeg ik duizenden kaarten en brieven met steunbetuigingen. Daaronder ook een van een moeder van een nog jonge man die zijn leven in dienst van het land had gesteld en COVID 19 kreeg. Hij had heel graag een behandeling met ivermectine willen hebben maar het werd hem geweigerd. Hij heeft het helaas niet overleefd.

Zijn moeder stuurde mij een hartverscheurende brief waarin zij schrijft en ik citeer: “Ik heb wanhopig geprobeerd om het middel voorgeschreven te krijgen maar er was geen arts die het aandurfde uit angst voor de inspectie. Had ik toen maar geweten dat ik via u ivermectine had kunnen krijgen. Misschien had mijn kind dan nu nog geleefd“. 

Deze moeder is hier in de zaal aanwezig.

Wat het effect geweest zou zijn weten we niet. Maar dat haar zoon de kans niet eens kreeg om deze veilige behandeling te proberen is wat mij betreft onvergeeflijk. 

Ziedaar wat de inspectie teweeg gebracht heeft met deze volstrekt niet onderbouwde actie. 

En ik vraag u tot slot nogmaals:  

Wat voor dokter zou u aan uw bed willen als u zelf ernstig ziek was? Een arts die u uit angst en lafheid liever letterlijk laat stikken dan buiten de lijntjes te kleuren? 

Of een echte menselijke dokter, die vanuit zijn professionaliteit en medemenselijkheid alles op alles zet om u te helpen?

Geachte rechters, ik behoor tot de laatste categorie. Ik heb gehandeld uit oprechte compassie, zonder enig ander motief. Daar sta ik nog steeds volledig achter – en wel met een loepzuiver geweten. 

Als de wet zó onduidelijk is dat zelfs rechtsgeleerden daarover van mening verschillen, dan ben ik er snel uit: ik kies voor het belang van mijn patiënt. 

Dan geldt voor mij de Wet van de Medemenselijkheid. 

Een boete zou begrijpelijk zijn als ik een patiënt in steek gelaten zou hebben. Dat is precies wat de Inspectie van mij vroeg: om mijn patiënten een mogelijk effectieve behandeling te onthouden. Maar gezien de goede effecten van dit middel kon ik dat onmogelijk verantwoorden. 

Als uw rechtbank toch van mening is mij te moeten beboeten omdat ik mijn geweten volgde en mijn patiënten geholpen heb zoals elke dokter dat zou moeten doen dan zeg ik u, vrij naar een een befaamd theoloog: 

“Hier sta ik. Ik kan niet anders”

Dank voor uw aandacht.  “

Wilt u een directe link naar een pagina met alleen de tekst van het verweer? Klik dan hier.

Comments (122)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meld je aan om niets te missen

Mijn blogs verschijnen voorlopig nog op Linked in maar worden steeds sneller verwijderd. Wil je op de hoogte blijven als er nieuwe blogs verschijnen en ze hier teruglezen? Meld je dan aan en ik zorg dat je een bericht krijgt.